Klassieke architectuur, als een systeemarchitectuurmodel, verwijst naar systemen die drie verschillende delen van gegevens, werking en gebruikersinterface bevatten. De belangrijkste kenmerken van klassieke architectuur zijn:
1 Scheiding van verschillende delen: Klassieke architectuur scheidt verschillende delen van het systeem volgens het soort activiteit en verantwoordelijkheid van elk deel. Het gegevensgedeelte is verantwoordelijk voor het opslaan van de systeemgegevens, het bedieningsgedeelte is verantwoordelijk voor het uitvoeren van verschillende bewerkingen op de systeemgegevens en het gebruikersinterfacegedeelte is verantwoordelijk voor de communicatie tussen het systeem en de gebruiker.
2. Vermindering van complexiteit: Door verschillende delen van het systeem te scheiden, wordt de complexiteit van het systeem verminderd en wordt het eenvoudiger om het systeem te beheren en te ontwikkelen.
3 Betrouwbaarheid vergroten: Door verschillende onderdelen van het systeem te scheiden, neemt de betrouwbaarheid van het systeem toe. Door bijvoorbeeld het datasegment te scheiden, wordt het risico op dataverlies verkleind.
4 Uitbreidbaarheid: klassieke architectuur maakt systeemontwikkeling mogelijk. Door bijvoorbeeld een nieuw onderdeel aan het systeem toe te voegen, is het niet nodig om andere onderdelen van het systeem te wijzigen.
5 Gebruik van standaarden: Klassieke architectuur gebruikt standaarden zoals drielagenarchitectuur en MVC-standaard om het systeem te structureren en te verdelen.
6 Eenvoudig projectbeheer: Door het systeem op te splitsen in afzonderlijke delen, wordt projectbeheer en systeemkwaliteitscontrole eenvoudiger.
7 Herbruikbaarheid: Klassieke architectuur biedt de mogelijkheid om delen van het systeem te hergebruiken. Als een deel van het systeem bijvoorbeeld in verschillende delen wordt gebruikt, hoeft dat deel niet opnieuw te worden geschreven.
8 Gebruik van architecturale patronen: klassieke architectuur maakt gebruik van architecturale patronen zoals drielaagse architectuur en MVC-patronen. Deze patronen worden gebruikt om het structureren en verdelen van het systeem te vergemakkelijken en de complexiteit te verminderen.
9 Aandacht voor kwaliteit: Klassieke architectuur besteedt aandacht aan systeemkwaliteit en gebruikt goedgekeurde methoden om de systeemkwaliteit te evalueren en te verbeteren.
10 Gebruik van ontwerpmethoden: Klassieke architectuur besteedt aandacht aan ontwerpmethoden zoals Design Thinking en Human Centered Design en gebruikt deze om het systeem te ontwikkelen en te verbeteren.
Over het algemeen helpt de klassieke architectuur om de complexiteit van het systeem te verminderen en de betrouwbaarheid en gemakkelijke ontwikkeling van het systeem te vergroten door verschillende delen van het systeem te scheiden en architecturale standaarden en patronen te gebruiken. Door de kwaliteit en het gebruik van ontwerpmethoden helpt klassieke architectuur ook om het systeem te verbeteren